Vraag en antwoord inzake arrest box 3 Hoge Raad

Op 24 december 2021 is een arrest van de Hoge Raad ontstaan over de discrepantie tussen het werkelijke rendement op bepaalde vermogensbestanddelen in box 3 en het fictieve rendement waarover belasting wordt geheven.

In de casus in deze uitspraak heeft de Hoge Raad kort gezegd rechtsherstel aan de client geboden door aan te geven dat alleen over het werkelijke rendement belasting moet worden geheven.
Een voorwaarde hiervoor is wel dat de forfaitair berekende box 3 heffing hoger uitvalt dan het werkelijk behaalde rendement.

Het arrest is uiteindelijk effectief van toepassing op de belastingjaren 2017 tot en met 2020.
Wij verwijzen hiervoor ook graag naar https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2021:1963  en de uitspraak op de massaal bezwaarprocedure met betrekking tot box 3 over de jaren 20217 tot en met 2020 onder https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-4198.html .

Vraag
Aan ons is de vraag gesteld in hoeverre nadere actie nu gewenst is met betrekking tot reeds opgelegde definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2017 tot en met 2020 waarvoor nog geen bezwaarschrift met betrekking tot de box 3 heffing is ingediend.
Een en ander voor zover er uiteraard sprake is van een vergelijkbare situatie in box 3.

Antwoord
Voor zover het nog tijdig mogelijk is om een bezwaarschrift in te dienen tegen de vastgestelde box 3 heffing op een definitieve aanslag inkomstenbelasting, dan zouden wij adviseren om dit te doen. Overigens is de kans dat dit nu nog speelt klein, aangezien de Belastingdienst heeft aangekondigd dat zij momenteel in beginsel geen definitieve aanslagen vaststellen voor belastingplichtigen met een box 3 vermogen.

Het indienen van een verzoek om ambtshalve vermindering voor de inkomstenbelasting zou uiteindelijk wellicht ook een optie kunnen zijn.

Wij denken echter met de Bond voor Belastingbetalers dat het vooralsnog beter is om even te wachten totdat er een politiek besluit is gevallen over een eventuele compensatie voor cliënten die niet tijdig een bezwaarschrift hebben ingediend.

Wij begrijpen dat er nog deze maand een ‘richtingennotitie’ door de staatssecretaris naar de Tweede Kamer wordt gezonden, waarin verschillende scenario’s voor compensatie uiteen worden gezet. Vervolgens zal er naar wij nu verwachten bij de behandeling van de zogenaamde Voorjaarsnota in juni en juli een politiek besluit over deze materie worden genomen.

In augustus 2022 is er vervolgens nog voldoende tijd om een verzoek om ambtshalve vermindering voor de inkomstenbelasting in te dienen voor de belastingjaren 2017 tot en met 2020. Voor het oudste belastingjaar 2017 dient dit immers voor 31 december 2022 plaats te vinden.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem contact op met Remco Ruinemans van Novak via r.ruinemans@novak.nl of via onze servicedesk Novak DIRECT. 

 

Print Friendly, PDF & Email

Comments are closed.