Home » HRM

Novak DIRECT HRM: Hoe zit het met een deskundigenoordeel bij arbeidsongeschiktheid?

De lasten van arbeidsongeschiktheid voor werkgevers zijn hoog in Nederland.  De totale loondoorbetalingsverplichting is 2 jaar en kan in het geval van een loonsanctie zelfs 3 jaar zijn. Zoals eerder gesteld is, is dit enorm lang als u dit vergelijkt met andere landen, zoals België (2 tot 4 weken), Duitsland (6 weken) en Luxemburg (11 tot 15 weken).

In de Miljoenennota 2022 probeert het kabinet de kleinere werkgevers (tot 25 maal het premieplichtig loon) te ontzien. Zij gaan een lagere premie betalen voor het arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof-premie). Deze wordt 5,49% in plaats van de 7,05% voor grotere werkgevers. Ook is er een campagne gestart over loondoorbetaling bij ziekte. Het blijft een belangrijk onderwerp. Regelmatig worden er vragen gesteld over onenigheid bij arbeidsongeschiktheid. Hierna wordt nader ingegaan op het deskundigenoordeel.

Zowel een werkgever als een werknemer kunnen een deskundigenoordeel aanvragen. Als werkgever kunt u een deskundigenoordeel aanvragen als de werknemer zich onvoldoende houdt aan de re-integratie inspanningen. Of als het re-integratietraject dreigt stil te vallen en dit niet te doorbreken is in samenwerking met de arbodienst en de bedrijfsarts. De kosten voor de werkgever zijn € 400,- (tenzij het een ontslagkwestie betreft) en voor de werknemer (als deze het deskundigenoordeel aanvraagt) € 100,-. De doorlooptijd omvat 2 tot 4 weken.

In het deskundigenoordeel worden de volgende vragen beantwoord:

  • Kan de werknemer op een bepaalde datum zijn eigen werk weer volledig doen?
  • Heeft de werknemer genoeg gedaan voor zijn re-integratie?
  • Is het werk, binnen of buiten het bedrijf, dat de werknemer moet doen passend?
  • Heeft u genoeg gedaan aan de re-integratie van uw werknemer?
  • Kunt u het veelvuldig ziekteverzuim van uw werknemer binnen 26 weken verminderen als het werk van uw werknemer wordt aangepast? Of door uw werknemer te herplaatsen in een andere passende functie, eventueel door scholing?

Het deskundigenoordeel is niet bindend. Het is namelijk geen formele beslissing waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Wat gebeurt er als de UWV-verzekeringsarts een ander oordeel geeft dan de bedrijfsarts?

Het UWV is (onder andere) als deskundige aangewezen, omdat het UWV voldoende onafhankelijk staat ten opzichte van werkgever en werknemer. Dit geldt in mindere mate voor de bedrijfsarts, aangezien die (direct of indirect) de opdrachtnemer van werkgever is. Dit betekent niet dat het deskundigenoordeel per definitie voorgaat op het advies van de bedrijfsarts, maar wel dat het een belangrijke factor is die meeweegt in het oordeel aan welke medische informatie doorslaggevende betekenis moet worden toegekend. In een recente uitspraak ging de rechter hier ook vanuit. Kortom, de rechter kende meer gewicht toe aan het advies van (de verzekeringsarts van) het UWV dan aan het advies van de bedrijfsarts.

Per 1 september 2021 is de medische adviesrol van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend geworden. De reden hiervan is dat de werkgever geen loonsanctie meer moet kunnen krijgen als gevolg van een verschil van inzicht over de belastbaarheid tussen de verzekeringsarts van het UWV en de bedrijfsarts. Dit biedt meer duidelijkheid voor de werkgever en beperkt het risico.

Een (arbeids)geschikte en vitale periode gewenst.

Heeft u aanvullende expertise nodig op het gebied van HRM? Neem dan contact op met Novak DIRECT, wij helpen u graag verder!

Print Friendly, PDF & Email

Comments are closed.