Hij is er, de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (WTP), de juridische ‘vertaling’ van het PensioenAkkoord 2019 en 2020. De lumpsum (afkoop klein bedrag per 2022), de boetevrije RVU en de verruiming van het verlofsparen zijn al wettelijk vastgelegd, evenals de temporisering van de verhoging van de AOW-leeftijd.
De WTP is een lijvig boekwerk geworden, dat met name aanpassingen van de Pensioenwet betekent. De wet moet per 2022 in gaan en het overgangsregime duurt dan tot 2026. Dan móeten alle pensioenen definitief aangepast aan het nieuwe systeem. Eerder overgaan mag dus en kan zelfs verstandig zijn.
De belangrijkst fiscale punten zijn:
- afschaffen doorsneepremie, maar ook de uitkeringsovereenkomst en de beschikbare premiestaffels. De maximale flatrate premie wordt 30%, met daarbovenop nog ruimte voor 3% compensatie-premie.
- ook de lijfrentepremie gaat van 13,6% naar 30%.
- de invulling van de verplicht arbeidsongeschiktheidsverzekering komt in de loop van 2021.
- verder valt op dat het pensioen ‘nog maar’ 10 jaar voor AOW-datum mag ingaan, er is dan geen zogenaamde intentieverklaring meer nodig.
- bekend was al het verbod op samengaan van de lumpsum en een hoog/laag pensioen, dat blijft jammer
- het partnerpensioen wordt gestandaardiseerd, zowel de definitie van een partner als de hoogte; 50% van het salaris, diensttijdonafhankelijk en op risicobasis gefinancierd. Opgebouwde rechten op een partnerpensioen mogen in stand blijven naast de nieuwe toezegging.
- een bestaande beschikbare premieregeling met staffels ultimo 2025 mag voor dan deelnemende werknemers worden uitgediend. Of dat wenselijk is, is een andere vraag.
Solidariteitsreserve
Van de flatrate-premie mag 10% wordt gebruikt voor een solidariteitsreserve, tot maar liefst 15% van het pensioenfondsvermogen. Ook mag het (hogere) rendement van (jongeren) herverdeeld (naar ouderen). Ook hiervoor geldt de legitieme vraag of dat allemaal gewenst is.
Invaren
Zoals al bekend is het uitgangspunt dat opgebouwde pensioenen worden ingevaren in het nieuwe systeem, waardoor er geen ‘zekere’ pensioenen mee zijn, behoudens opgebouwde en op te bouwen rechten bij een verzekeraar. Gezien de ‘dure’ inkoop als gevolg van de lage marktrente is dat veelal geen aantrekkelijke optie. Het individuele bezwaarrecht tegen het invaren wordt tot 2026 opgeschort. De wet is een goed ‘argument’ voor werkgevers om (versneld) over te stappen naar een (flatrate) beschikbare premie.
Compensatie
Ook is het de bedoeling dat gecompenseerd wordt voor het gevolg van de afschaffing van de doorsneepremie en staffels. Hoe hoog de compensatie moet zijn is aan partijen, de compensatie mag in ieder geval tot 2036 duren én is dan ook ‘verplicht’ voor nieuwe werknemers.
Korten
Tot slot blijft tot 2026 het ‘gevaar’ van het korten van opgebouwde pensioenen als de dekkingsgraad daartoe aanleiding geeft. Wel lijkt het erop dat een dekkingsgraad van 95% voldoende hoog is en blijft om – rekening houdend met een projectierendement van zo’n 2% – niet te hoeven te korten, mits er wordt ingevaren.
Communicatie
Al met al zijn met name de niet ‘getalsmatige’ zaken moeilijk in te vullen en voor pensioenfondsbestuurders wordt het een hele toer om alle belangen evenwichtig te behartigen. Meer voor de een betekent immers minder voor de ander. Maar ook werkgevers in de vrije markt moeten goed ‘nadenken’ over de hoogte van de nieuwe flatrate-premie en de hoogte van de compensatie. Zorgvuldig ‘nu’ al aan de slag met het pensioendossier is dus aan te bevelen, het kan immers een goede keus zijn om direct per 2022 over te gaan naar het nieuwe systeem. Omdat alles goed moet worden gecommuniceerd en uitvoerders deelnemers moeten begeleiden bij het maken van adequate keuzes gaat ‘pensioen’ naar het juiste hogere financiële advies-niveau.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met &Gommer Pensions 013 207 0052 of kijk op : www.gommerpensions.nl/
Theo Gommer, telefoon: 013-2070052/06-51449524
E-mail: theogommer@gommerpensions.nl
Website: www.gommerpensions.nl